![]() |
|||||
I N H OU D
1. Begin
2. Van echt naar virtueel
3. De virtuele wereld
4. Objecten
5. Licht
6. Camera's
7. Rendering en ray-tracing
8. 3D-animaties in de praktijk
9. Tips & Trucs en meer
10. 3D met een 3D-bril
Bijlagen
|
Kleuren en oppervlakten
Het oog bevat drie soorten kegeltjes die gevoelig zijn voor licht. Zo is er
een kegeltje dat gevoelig is voor rode lichtgolven, een kegeltje dat gevoelig
is voor groene lichtgolven en een kegeltje dat gevoelig is voor blauwe
lichtgolven. Als er geen licht is, dan worden de kegeltjes niet geprikkeld
en zien we zwart. Als meerdere kegeltjes gelijktijdig worden geprikkeld,
ontstaan er verschillende kleuren. Hierdoor is het mogelijk om een lichte
of een donkere kleur waar te nemen. ExtraAls een voorwerp geen enkele kleur reflecteert, dan zeggen we dat het voorwerp zwart is. Zwart is dus eigenlijk geen kleur, maar het ontbreken van kleur.Het mengen en reproduceren van kleuren
De basiskleuren uit de natuurkunde zijn rood, groen en blauw (RGB).
Door deze kleuren te combineren ontstaan alle andere denkbare kleuren.
Het combineren (mengen) van kleuren kan op twee verschillende manieren:
additief en subtractief.
Additieve kleurmenging dankzijgekleurde lichtbronnen
Een voorbeeld van additieve kleurmenging is bijvoorbeeld een projector die werkt met drie lampen (rood, groen en blauw)
Alle voorwerpen hebben een kleur die wordt veroorzaakt door de reflectie van het witte licht op het oppervlaktemateriaal. Het oppervlak van een voorwerp is te vergelijken met een filter dat bepaalde kleuren absorbeert en andere kleuren reflecteert. De gereflecteerde kleur, of combinatie van kleuren, is hetgeen wij waarnemen. Dit verschijnsel heet subtractieve kleurmenging. De werking van een printer is onder andere gebaseerd op subtractieve kleurmenging. Ook alle voorwerpen om ons heen, waaronder foto’s en drukwerk, danken hun kleuren aan subtractieve kleurmenging.
Subtractieve kleurmenging
In voorgaande figuur is duidelijk te zien dat het gele vlak alle kleuren absorbeert (filtert), behalve de gele lichtgolven. Bij het middelste vlak worden alle kleuren gefilterd, zodat alleen zwart overblijft. 3D-afbeeldingen ‘inkleuren’Het gebruik van kleuren in een afbeelding zorgt vaak voor een meer realistische uitstraling. De werkelijke wereld bestaat immers ook uit heel veel verschillende kleuren. Uiteindelijk is de kleur van het licht bepalend hoe het voorwerp eruit zal zien. Gebruiken we bijvoorbeeld alleen maar groene lampen, dan zullen de voorwerpen in die omgeving er ook groen uitzien. Als we geen wit licht gebruiken, maar een iets rodere kleur, dan zal dat voor een bepaalde sfeer in de afbeelding zorgen. Hieruit blijkt dat kleuren zeer belangrijk zijn, omdat het in grote mate de sfeer bepaalt. Om dit laatste te verduidelijken heb ik dezelfde omgeving twee keer afgebeeld. In het eerste geval heb ik wit licht gebruikt, dat bijvoorbeeld wordt geproduceerd door tl-verlichting. Deze verlichting geeft een koude en ongezellige indruk. In het tweede geval heb ik het licht van een kleur voorzien, waardoor er direct een hele andere sfeer ontstaat.
Relatief koude sfeer
Zelfde situatie als voorgaande figuur, alleen nu met een warmere sfeer
Een object kunnen we alle mogelijke kleuren geven, maar vaak is dat niet realistisch omdat veel objecten een bepaald patroon als oppervlak hebben, in plaats van een effen kleur. Denk bijvoorbeeld aan een blad van een boom. Zo’n blad is groen, maar als u van dichtbij kijkt, dan heeft het blad allemaal patronen over het oppervlak lopen. Om zo’n effect met 3D na te maken kan er gebruik worden gemaakt van een texture. Een texture is niets anders dan een 2D-afbeelding van een bepaalde afmeting met een bepaald patroon. Vervolgens zal de 3D-software de texture over het gewenste oppervlak van het object plaatsen, waardoor het lijkt of het object dat patroon heeft. Alle mogelijke textures zijn denkbaar. Zo heb je bijvoorbeeld textures voor hout, glas, tegels, behang en beton. In hoofdstuk 4 kom ik uitgebreid terug op het gebruik van textures. ![]()
|
||||
|
|